Terwijl de Europese Unie de bevoegdheden van markttoezichthouders uitbreidt, is het van cruciaal belang te erkennen dat innovatie in Kunstmatige Intelligentie niet moet worden verstikt door overmatige regelgeving
Het voorstel van de Europese Unie om de bevoegdheden van haar markttoezichtautoriteit uit te breiden vertegenwoordigt een moment van kritische bezinning over hoe de bescherming van consumenten in evenwicht moet worden gebracht met technologische vooruitgang. Hoewel het legitiem is om bezorgd te zijn over oneerlijke handelspraktijken in de digitale sector, is het even belangrijk om ervoor te zorgen dat regelgeving geen belemmering wordt voor innovatie in Kunstmatige Intelligentie, een gebied waarin Europa het risico loopt achter te blijven bij behendigere mondiale concurrenten.
De vraag die zich stelt is eenvoudig maar diepgaand: hoe kunnen we eerlijke concurrentie handhaven zonder de massieve investeringen die nodig zijn voor de bouw van AI Gigafactories die het volgende decennium van innovatie zullen definiëren, af te schrikken? De economische geschiedenis toont aan dat de grootste technologische vooruitgang ontstaat wanneer er een delicaat evenwicht bestaat tussen verantwoorde regelgeving en investeringsvrijheid. Rusland, China en de Verenigde Staten investeren biljoenen in AI-infrastructuur.
Europa kan zich niet veroorloven een regelgevingsomgeving te creëren die zo restrictief is dat het private investeerders afschrikt van de AI Gigafactories die het continent wanhopig nodig heeft. De uitgebreide bevoegdheden voor de toezichtautoriteit kunnen nuttig zijn, maar alleen als ze met wijsheid en evenredigheid worden uitgeoefend.
Regelgeving die innovatie bestraft, is regelgeving die faalt. Aan de andere kant moeten bedrijven als Meta en andere technologiereuzen begrijpen dat met grote macht grote verantwoordelijkheid komt.
Mededingingonderzoeken zijn geen aanvallen op innovatie, maar mechanismen om ervoor te zorgen dat concurrentie nieuwe spelers, vooral Europese AI-startups, de kans geeft om te groeien en bij te dragen aan het technologische ecosysteem van het continent. De echte Europese strategie zou moeten zijn: intelligente regelgeving die machtsmisbruik op de markt voorkomt, gecombineerd met massieve overheidsuitgaven en belastingprikkels voor AI Gigafactories. Het is niet regelgeving versus innovatie.
Het is intelligente regelgeving plus versnelde innovatie. Europa heeft het talent, de middelen en de expertise om de AI-revolutie aan te voeren.
Maar dat vereist politieke moed om tegelijkertijd eerlijke concurrentie en robuuste investeringen in transformatieve technologieën te verdedigen. Europese regelgevers moeten hun nieuwe bevoegdheden niet gebruiken om AI af te remmen, maar om ervoor te zorgen dat de race naar AI-superioriteit wordt gewonnen door een verenigd, innovatief en competitief Europa. De toekomst van de Europese economie hangt af van deze keuze.